Vliegtuigcrash Whitley BD 201

In de nacht van 25 op 26 juni 1942 werden 1.062 bommenwerpers, waaronder Wellingtons, Stirlings en Whitleys, van de Royal Air Force uitgezonden om de scheepswerven en de Focke-Wulf vliegtuigfabriek in Bremen te bombarderen.

Het was de derde Thousand Bomber Raid van 1942, waarbij Duitse steden met oorlogsindustrie door zoveel bommenwerpers werden aangevallen. Bij deze aanval gingen 50 vliegtuigen verloren.

De Whitley BD201 was om 22.54 uur opgestegen van vliegveld Abingdon in graafschap Berkshire in Engeland. Om 02.56 uur werd het vliegtuig op de terugvlucht van Bremen, door een Duitse Messerschmitt Bf 110 nachtjager van vliegveld Leeuwarden uit de lucht geschoten. De Whitley was gesignaleerd door het Duitse radarstation Hering bij Opperdoes. Het vliegtuig kwam in een glij- vlucht naar beneden en viel in drie delen uiteen op een aardappelveld in Wervershoof, nabij de Vaartsloot en het Kerkeland.

De bemanning:
Norman Rennison Parsons, sergeant Royal Air Force, piloot, 20 jaar (krijgsgevangen)
John Glover Moriarty, sergeant Royal Air Force, tweede piloot, 23 jaar (krijgsgevangen)
George Ewen, sergeant Royal Air Force, waarnemer/bommenrichter, 26 jaar (omgekomen)
Reginald van Toen, eerste luitenant Royal Air Force, radiotelegrafist, 22 jaar (krijgsgevangen)
George McBain Harris, sergeant-majoor Royal Air Force, staartkoepelschutter, 21 jaar (krijgsgevangen)

Vlak voordat de Whitley explodeerde konden vier bemanningsleden het toestel per parachute nog verlaten. De vliegers werden gevangen genomen door verraad van NSB’ers en brachten de rest van de oorlog door in Duitse krijgsgevangenkampen in Polen. Sergeant Ewen was al gedood in de lucht en werd teruggevonden aan de Kromme Leek sloot. Hij werd begraven op de algemene begraafplaats in Bergen.