Vliegtuigcrash Wellington R 1326
In de nacht van 12 op 13 maart 1941 werden 54 Wellington bommenwerpers van de Royal Air Force uitgezonden om de Focke-Wulf vliegtuigfabriek in Bremen te bombarderen. Bij deze aanval gingen twee vliegtuigen verloren.
De Wellington R1326 was om 19.11 uur opgestegen van vliegveld Marham in graafschap Norfolk in Engeland. Om 21.46 uur werd het vliegtuig, op de heenvlucht naar Bremen, door een Duitse Messerschmitt Bf 110 nachtjager van vliegveld Bergen uit de lucht geschoten. De Wellington was gesignaleerd door het Duitse radarstation Hering bij Opperdoes.
Het brandende vliegtuig stortte neer midden in het dorp Opperdoes. In de Kerkebuurt lag het staartstuk, waar ook bij een boerderij een omgekomen vlieger met parachute in een boom hing. De cockpit, benzinetank en motor kwamen terecht achter een huis aan het Oosteinde. Zo’n 30 meter verderop was sergeant Collopy uit de bommenwerper geslingerd. Hij lag dood in een bessentuin achter een boerderij. Het middenstuk met twee omgekomen bemanningsleden en bommen lag in de Gouwsloot.
De piloot Binnie en de neuskoepelschutter Parfitt waren al in de Wieringermeerpolder met parachutes uit het toestel gesprongen en werden gevangen genomen.

Piloot William Peter Crosse
De bemanning:
William Peter Crosse, eerste luitenant Royal Air Force, piloot, 26 jaar, (omgekomen)
Alfred Edward Binnie, sergeant Royal Air Force, tweede piloot, 21 jaar (krijgsgevangen)
John Henry Collopy, sergeant Royal Air Force, waarnemer/ bommenrichter, 25 jaar (omgekomen)
William James Chamberlain, sergeant Royal Air Force, radio- telegrafist, 23 jaar (omgekomen)
Arthur Parfitt, sergeant Royal Air Force, neuskoepelschutter, 24 jaar (krijgsgevangen)
Joseph Ernest Coult, sergeant Royal Air Force, staartkoepel- schutter, 27 jaar (omgekomen)
De vier omgekomen bemanningsleden werden begraven op de algemene begraafplaats in Bergen.

Begraafplaats Bergen